Nieuw onderzoek maakt (wederom) duidelijk – medicijnen belangrijke drijver voor illegale handel in wilde dieren
Stampersgat, 16 juni 2024
Recent publiceerde de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) haar World Wildlife Crime Report 2024. In het rapport wordt duidelijk dat de illegale wildlife handel nog steeds enorm groot is en veelal in handen is van grote criminele netwerken die ook betrokken zijn bij andere grote misdaden. De illegale handel in wildlife lijkt, zo stelt het rapport, ook weer te groeien na een korte stagnatie door COVID-19. Uit het rapport wordt ook duidelijk dat ‘medicijnen’ een belangrijke drijver zijn voor de illegale wildlife handel.
Tussen 2015-2021 werden er in 162 landen inbeslagnames gedaan waarbij zo’n 4000 wilde dieren en planten werden aangetroffen; 3,250 hiervan worden vermeld in CITES Appendices wat aangeeft dat het om beschermde soorten gaat. Het rapport laat zien dat Afrika en Azië een belangrijke rol spelen in deze illegale wildlife handel. Zo’n 19% van alle inbeslagnames wereldwijd, vindt plaats in Afrika waarbij de concentratie ligt in de Sub-Sahara. Dit wordt gevolgd door (Zuid-Oost) Azië. Tussen beide gebieden is ook een grote handelsstroom te zien.
Kijkend naar de soorten die bij de inbeslagnames werden aangetroffen gaat het veelal om hoorn van de neushoorns (29%), schubben van de pangolins (schubdier, 28%) en ivoor van olifanten (15%). Ook carnivoren (zoals grote katachtigen) worden met regelmaat aangetroffen (veelal botten, 2%).
Medicijnen vormen belangrijk aandeel in de illegale handel
In het rapport wordt duidelijk dat maar liefst 10% van de illegale handel (en daarmee staand op de vierde plaats) wordt gevormd door ‘medicijnen’. Het gaat dan om traditionele medicijnen waarbij in een gedeelte gewerkt wordt met specifieke dieren en planten die heilzaam zouden zijn tegen allerlei ziektes en kwalen. Vaak gaat het om bedreigde en beschermde soorten die middels verdragen beschermd zijn en daarom alleen illegaal verhandeld kunnen worden.
Het rapport geeft aan dat het hierbij vooral gaat om pangolins (veelal de schubben), zeepaardjes, botten van grote katachtigen en wortelen van de costus (plant). Het rapport stelt over het ivoor van olifanten en de hoorn van neushoorn (van oudsher geliefd in traditionele Chinese medicijnen, TCM) dat het hier niet zozeer gaat om de medicinale werking maar veelal gaat om een vraag komend vanuit een exclusieve markt – bijvoorbeeld om zo demonstratie van status aan te geven.
De grote katachtigen in de illegale handel
Het rapport stelt zorgen te hebben over de trent van het vervangen van tijgerbotten, die van oudsher worden gebruikt in TCM, door (sneeuw)luipaard, leeuw,- en jaguarbotten.
Uit het rapport blijkt dat de botten van de grote katachtigen traditioneel worden verwerkt in de landen van bestemming (Verre Oosten) waar veel waarde wordt gehecht aan het aantonen van de authenticiteit van de ‘grondstoffen’. Het rapport meldt echter dat er indicaties zijn dat de dieren vaker in de landen van herkomst worden verwerkt (Afrika, Latijns-Amerika, Azië). Dit is zorgwekkend, zo stelt het rapport, omdat de producten zo gemakkelijker te verhandelen zouden zijn. De botten worden vaak gekookt tot een pasta die gemakkelijker is te smokkelen.
1 + 1 = 2
Aangezien het rapport stelt dat (Zuidoost) Azië een belangrijke bestemmingsmarkt is van de illegale handel en traditionele medicijnen een belangrijke drijver zijn van deze handel, is de optelsom snel gemaakt. Traditionele Chinese Medicijnen (TCM) zijn een belangrijke drijver van illegale handel.
Miljarden worden geïnvesteerd om illegale wildlife handel tegen te gaan. O.a. omdat inmiddels duidelijk is dat het verlies van soorten een belangrijke reden is voor het verdwijnen van biodiversiteit. Alsook dat illegale handel in wilde dieren een enorm risico is voor de wereldgezondheid; COVID-19 wordt nog steeds gelinkt aan deze handel.
Wij blijven het ongelooflijk vinden dat er ook in dit rapport gemeld wordt dat het van essentieel belang is om illegale wildlife handel tegen te gaan. Ook dit rapport stelt dat grote criminele netwerken bij deze handel betrokken zijn en dat deze handel zeer risicovol is voor de wereldgezondheid. Deze handel is, ook aldus dit rapport, voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de afbreuk van biodiversiteit omdat ze leidt tot afname van soorten. Miljarden worden er wereldwijd geïnvesteerd om biodiversiteit te behouden en beleidsplannen worden op dit principe opgetuigd. Maar nergens worden, in al deze rapporten, beleid opgesteld om deze specifieke handel aan te pakken.
Probleem bij bron aanpakken
Een ding dat gedaan zou moeten en kunnen worden in dit soort rapporten, is een oproep doen aan de Wereldgezondheidsorganistie (de WHO). Deze zou een uitspraak moeten doen over het gebruik van bedreigde dier,- en plantensoorten in (een gedeelte van) traditionele medicijnen. Dit is zeker van belang omdat de WHO een groot voorstander is van het gebruik van traditionele medicijnen. Zij ziet hierin een belangrijke vorm van gezondheidszorg voor een groot gedeelte van de wereldbevolking. Op zich kunnen wij ons hierin vinden maar het kan toch niet de bedoeling zijn dat hiermee soorten uitsterven. Dat gaat immers in tegen twee andere belangrijke doelstellingen van de WHO: behoud van biodiversiteit en tegengaan van virusuitbraken. Ondanks de roep van veel natuurbeschermingsorganisaties om zo’n uitspraak, weigert de WHO dit te doen.
Een andere belangrijke instantie die traditionele medicijnen kan adresseren, is CITES. Maar ook hier blijft de aanpak omfloerst terwijl het zo evident is dat duidelijke adressering van enorm belang is.
Als SPOTS voeren wij al enkele jaren een lobby in de politiek op dit onderwerp, zowel in Nederland als in de EU. We hebben al het nodige bereikt. Lees daarover hier meer.
Foto: in dit overzicht gepubliceerd in het World Wildlife Crime Report 2024, wordt duidelijk dat ‘medicijnen’ een belangrijke drijver zijn van de illegale handel in bedreigde dieren en planten. Het rapport stelt ook dat het hierbij gaat om grote voorraden (bulk) van vooral pangolin schubben, (gedroogde) zeepaardjes, botten van grote katachtigen en wortelen van de costus (plant).